Samen lezen – nogmaals

Er is geen grotere vreugde dan lezen. Althans dat vind ik. Op de luifel van een boekwinkel te Dordrecht staat “Wie leest leeft dubbel.” Een citaat van de dichter Eijkelboom. Ik leg me er niet snel bij neer dat iemand niet wil lezen. Zeker niet als het om leerlingen in mijn klas gaat. Ik had afgelopen schooljaar een jongen in groep 5 die het gehele jaar een boek uit de serie ‘Leven van een loser’ op zijn tafel had liggen. Als hij las, dan bladerde hij wat, las enkele zinnen, bladerde terug, keek naar plaatjes en las dan weer wat woorden. Dan stond hij op en vroeg me of ik koffie wilde.

Hé, een beetje leraar heeft een klasfactotum. Hij was de mijne.

Toch heeft de caffeïnedealer in groep 5 enorm veel gelezen. Dat komt omdat we samen lazen. We lazen klassikaal verhalen uit Azië, we verloren ons in gedichten over pijn en verdriet, we bonden de strijd aan met een bloeddorstige leeuw die meesterverteller Hans Hagen uit zijn hoge hoed toverde en we stonden in de aula van een Amerikaanse school waar we hartstochtelijk juichten voor de afschaffing van het rekenonderwijs – om maar iets te noemen.

Toen ik mijn loopbaan begon, werkte ik op scholen waar leerlingen een half uur in stilte moesten lezen. De leraar keek om zich heen, hoopte dat het goed was en worstelde zich door een stapel schriften heen om te kijken of het wat was met het werk dat was gemaakt en ingeleverd. Er waren ook leraren die uit woede of frustratie het stillezen oprekten. Leerlingen die zo’n strafexpeditie ter discussie stelden mochten na schooltijd nog een half uurtje doorlezen.

Aan enkele van die leraren heb ik weleens gevraagd hoeveel ze zelf lazen. Antwoorden werden gemompeld. In de vakantiekoffer werd weleens een boek ingepakt (een fijne thriller, niets mis mee) en een enkeling las voor de lol, maar daar bleef het wel bij. De kinderboeken die ze de leerlingen aanboden, kenden ze niet of nauwelijks.

Ik werk op een school waar veel leraren veel lezen. Ook kinderboeken. Titels worden gedeeld, boeken uitgeleend. Zo krijg je tips over boeken die je anders wellicht was misgelopen. En dat wil je niet. Ook is het mooi om te zien hoe leraren (en leerlingen) enthousiast kunnen aanslaan als je over een boek vertelt dat zij ook kennen. Dit levert heerlijke gesprekken op.

Die gesprekken gun je de leerlingen in je klas ook. Een gesprek over een verhaal breng je het eenvoudigst op gang als iedereen het verhaal kent. Dat alleen al vind ik een pleidooi voor samen lezen. Ik lees met de hele groep 8 het beste kinderboek dat ik ken: Krabat. Reken maar dat je daar over wilt vertellen als je het leest. Het boek, dat donker en magisch is, raakt je tot diep in je ziel. Een leraar biedt hiervoor een bewust podium. Lezen is dan niet een stille, zielloze activiteit, maar een basis voor gesprek en interactie.

Toen ik aan het begin van mijn carrière een stille, lezende klas in keek, besloot ik om mee te lezen. Daar keken mijn leerlingen van op. Ze keken nog meer op, toen ze merkten dat ik hard kon lachen of diep kon zuchten als ik een passage uit een boek las. Zij wilden dan graag horen wat die emotie opwekte. En veel leerlingen wilden vervolgens mijn boek lezen.

Van daaruit is het maar een kleine stap om iedereen te laten genieten van het meesterschap van een schrijver. Dit kan door voor te lezen. Het lijkt me, dat een beetje leraar dit dagelijks doet. Ik had eens een onderwijsinspecteur in de klas, een dame op rode schoentjes, die dat voorlezen maar nonsens vond. Het lekte onderwijstijd en wat leerden de leerlingen er nu van?

Tja.

Van dat voorlezen naar samen lezen is maar een kleine stap. En van samen lezen is de stap naar een gesprek over het verhaal ook maar een kleine. Het werk van Chambers kan behulpzaam zijn bij deze gesprekken. Maar ook het boek van Wilhelm over hardopdenkend lezen biedt aanknopingspunten. En omdat jij als leraar het boek ook kent kun je elementen uit het boek ter overdenking voorleggen.

Probeer het maar eens.

 

 

 

 

Plaats een reactie