Op een kille, ietwat sombere voorjaarsochtend in 2018 deed soldaat der eerste klasse Henk Taangra, beroepsmilitair bij de dienst Bevoorrading en Transport van het Nederlandse leger, een greep in de laatste munitiekist die er in de opslagplaats stond. Op wat losse flodders na, vond hij niets. En dat nu er juist een grote legeroefening op stapel stond en hij enkele bataljons moest voorzien van oefenmunitie.
Taangra, telg uit een familie van beroepsmilitairen – zo zaten er hospikken, infanteriesoldaten en tankbestuurders in zijn Friese familie – deed wat elke soldaat in zo’n geval zou hebben gedaan. Taangra haalde de sergeant erbij. Die was ook niet van gisteren en al snel stond de barak vol met vaandrigs, luitenants en zelfs een kolonel. Toen iedereen met eigen ogen had gezien dat de kist bijna leeg was, waardoor de oefening op losse schroeven kwam te staan, marcheerde generaal Van Schaamtema tot Kaaksma naar binnen. Deze besnorde generaal werkte al jarenlang voor de krijgsmacht en had dan wel geen oorlog meegemaakt, maar wist wel van wanten. Het was, zo zou blijken, een wijs besluit geweest om de generaal op de hoogte te brengen van de misère. Men maakte plaats rond de kist, zodat de generaal zelf kon zien dat er amper nog munitie was om een veldslag te oefenen.
De generaal keek in stilte naar de bijna lege kist, rechtte zijn rug, keek de aanwezige officieren en onderofficieren een voor een aan en zei toen: ‘Ik sta paf.’
Generaal Van Schaamtema tot Kaaksma had soldaat Taangra niet opgemerkt. Henk stond achteraf, bij de deur van de barak, alsof hij als blo Jan het slagveld wilde verlaten. Dat was heel even in hem opgekomen, maar hij kon de woorden van de generaal niet goed verstaan en was benieuwd naar wat de ouwe te melden had. Hij vroeg, volledig buiten het protocol om, dat hij niet had verstaan wat de generaal had gezegd. Deze antwoordde nu, luider dan eerst: ‘Ik sta paf. Paf!’
Er was, ondanks het feit dat de bodem van de munitiekist in zicht was, geen sprake van dat de grote legeroefening zou worden afgeblazen. Dat zou ernstig gezichtsverlies opleveren en, erger nog, vragen van Tweede Kamerleden alsmede kritische reportages van journalisten. Dat wist de generaal donders goed en hij kwam dan ook met een even simpel als briljant idee dat hij eens had opgedaan tijdens een symposium van Stichting Leger Ontwikkeling. Omdat men in het leger verzot is op afkortingen, werd deze lange naam teruggebracht tot SLO – wat door officieren als één klankgroep werd uitgesproken. Zo werd er eens op de vraag waar Van Schaamtema tot Kaaksma toch uithing, juist op de dag dat hij aanwezig was bij het symposium over het oefenen van gevechtshandelingen, door de gangen van de kazerne geroepen: ‘O, die is naar SLO’, waarbij de klankgroep met opzet en nadruk werd uitgesproken alsof het een Engels woord was.
Welnu, generaal Van Schaamtema tot Kaaksma dacht terug aan het symposium, liep in gedachten zijn aantekeningen van die dag door en zei: ‘En wat als we nu gewoon gaan oefenen mannen, en bij het overhalen van de trekker luid PANG roepen?
Hoewel iedereen, van kolonel tot intendant, paf stond van dit plan, durfde niemand tegen de generaal in te gaan. Dat zou tot een stevige reprimande hebben geleid. De oefening ging door en de soldaten pangden er op los.
De soldaten voelden tijdens de oefening een blijdschap die ze nog kenden uit de tijd dat ze in de struiken en bosschages rond hun huizen oorlogje hadden gespeeld. Ze voelden zich die dagen onoverwinnelijk.
Door het succes van deze aanpak, besloot het opperbevel om deze in het gehele grondleger in te voeren. De officieren en onderofficieren werden naar trainingen gestuurd om te leren hoe je het beste PANG kon roepen. Er werd aandacht besteed aan zowel het volume als de toonhoogte waarmee het woord diende te worden uitgesproken. In eindeloze sessies klonk in studiezalen en over heides en in bossen luid en duidelijk PANG. De officieren en onderofficieren instrueerden vervolgens de soldaten bij het juist toepassen van PANG. Soldaat Henk Taangra sprak daar thuis wel eens over met zijn vrouw, Kimberley ter Mese, die al jarenlang lerares was in het basisonderwijs. Hij varieerde in toonhoogte en volume en vroeg haar dan te raden welke wijze de juiste was. Zij zette vraagtekens bij deze aanpak, maar Taangra wuifde dat weg. De oefeningen waren succesvol, de resultaten uitstekend en het moreel opperbest. Ze hoefde niet te twijfelen aan nut en noodzaak van de PANG-aanpak van SLO.
Soldaat Henk Taangra was overigens niet helemaal eerlijk tegen zijn vrouw. Hij had, op een regenachtige, rustige herfstdag gekeken op de site van SLO en was daar dingen tegengekomen die hem de wenkbrauwen deden fronsen. Hoewel de medewerkers hun klassiekers schenen te kennen, van Thermopylae tot Gallipoli, kwam hij niemand tegen die enige ervaring had in marcheren of in het graven van een schuttersputje. Maar goed, het waren briljante geesten met prof. en dr. voor hun naam. Zij konden het toch niet fout hebben?
Wat soldaat Taangra toen nog niet wist, is dat op dat moment de donkere wolken al als een onvermijdelijk noodlot boven ons land hingen. Grote internationale spanningen bleken de voorbode van een heftige oorlog. Het was uiteindelijk stadstaat Pisa die ons land in de winter van 2018 de oorlog verklaarde. Het verloop van die oorlog staat ieder nog helder op het netvlies. Het was een vernietigende oorlog, waarbij onze soldaten op het slagveld een ongelijke strijd uitvochten met beter bewapende en getrainde soldaten uit Pisa en andere gebieden in de Po-vlakte. U kent het verhaal wel, neem ik aan.
Wat tot nu toe in de kronieken en de geschiedschrijvingen onbesproken is gebleven, is wat de oorlog heeft betekend voor individuele soldaten, officieren en beleidsmakers. Laten we de geschiedenissen van Taangra, Van Schaamtema tot Kaaksma en de deskundigen van SLO nog even langslopen.
Welnu. Henk Taangra kwam om het leven toen zijn vrachtwagen, waarin hij lege munitiekisten naar het front vervoerde, werd getroffen door een vijandelijke granaat.
Van Schaamtema tot Kaaksma gaf zich als eerste over. Samen met wat andere officieren liep hij met de handen in de lucht en zwaaiend met een witte zakdoek de vijand tegemoet. Hij verkoos de blo Jan-route boven een wisse dood op het slagveld. De officieren hoefden niet ontwapend te worden; er werd hen alleen opgedragen de mond te houden. De Pisani waren het gePANG beu.
Veel gebouwen werden tijdens de korte oorlog vernietigd dan wel ernstig beschadigd. Wonder boven wonder bleef het gebouw van Stichting Leger Ontwikkeling ongeschonden. In dat gebouw keken de deskundigen nog weleens terug op de oorlog van 2018. Ze hielden het erop, dat de officieren en onderofficieren hun soldaten onjuist hadden geïnstrueerd. Er werd aangestipt dat in veel gevallen de toonhoogte en het volume onjuist waren aangeleerd en geoefend. Hen trof geen blaam. Ze hadden stapels onderzoek om te staven dat hun aanpak werkte.
En juf Kimberley ter Mese, de weduwe van de gesneuvelde Taangra? Hoe verging het haar? Wel, zij had na de oorlog het gele lint rond de plataan losgeknoopt; haar leven was nu zwart omrand. Op haar bureau in de klas stond een foto van Henk in ceremonieel tenue. Terwijl zij een les begrijpend lezen met een tekst van de week over de herdenking van de oorlog voorbereidde, keek ze af en toe naar de foto. Vandaag stond de strategie ophelderen van onduidelijkheden centraal. Terwijl ze nadacht over de opbouw van de les, keek ze naar Henk. Onwillekeurig maakte ze van haar hand een pistool, richtte op de foto van haar overleden man en schreeuwde precies op de juiste toon en met het juiste volume
