Voor sommigen wordt de kwaliteit van het afstandsonderwijs gegarandeerd door de inspanning die het ‘veld’ heeft geleverd. Zo’n opvatting heeft iets weg van het IKEA-effect: ‘De neiging om iets te (over)waarderen waar we de nodige tijd en energie in hebben gestoken.’
Ik las Bananenschillen op school. Over uitglijders in je denken van Marald Mens. Dat is een alleraardigst boek over de valkuilen in je professioneel denken en handelen als leraar. Je zou ze cognitieve illusies kunnen noemen. Er staan bekende uitglijders in als het Halo-effect (op basis van één positieve eigenschap ook andere eigenschappen van een ander positief beoordelen) en het Pygmalion-effect (de invloed van de (hoge) verwachtingen van jou op de ontwikkeling van je leerlingen). Mens legt in dit boek uit hoe ze tot stand komen en wat je er aan zou kunnen doen. Hij somt in totaal 17 van deze bananenschillen op en koppelt ze aan de praktijk van het onderwijs. Het IKEA-effect hoort ook tot de 17 uitglijers.
Mens begint zijn boek met een uiteenzetting over twee denkprocessen in je hoofd. Hij leunt hierbij op het boek Ons feilbare denken van Daniel Kahneman. Dat is een lijvig werk waarin Kahneman laat zien dat het idee dat we rationele wezens zijn ernstig aan correctie toe is. Wie het boek niet kent, krijgt van Mens een mooie samenvatting. Hij beschrijft in woord en beeld hoe het gaat in ons hoofd. We hebben twee denksystemen, een systeem (Systeem 1 genaamd) waarbij het denken razendsnel verloopt, weinig energie kost en waarvan we op het resultaat kunnen vertrouwen en een systeem (Systeem 2) waarbij het nadenken relatief traag verloopt, mentale inspanning kost en waarvan het resultaat niet altijd vast staat. Systeem 1 betreft dus het onbewuste automatische denken en Systeem 2 het bewuste nadenken. We zoeken als mens naar cognitief gemak en zaken als herhaling, bekende ideeën en een goede stemming stimuleren dat gemak. Systeem 1 heeft vaak de overhand en geeft input aan Systeem 2.
Systeem 1 werkt, zo beschrijft Mens, met mentale modellen, ook wel heuristiek genoemd. Mens hierover: “Het zijn de sluipweggetjes die we nemen in ons denken: voorlopige aannames, ingevingen en oplossingen die intuïtief lijken te kloppen.” De problemen in ons denken en handelen in het onderwijs ontstaan nu als we te snelle conclusies trekken en daarmee Systeem 2 van onjuiste informatie voorzien. Dit zijn de 17 bananenschillen die Mens in het boek centraal stelt.
Voordat de auteur deze 17 bananenschillen bespreekt, beschrijft hij welke factoren van invloed kunnen zijn op het uitglijden van ons denken: het denken lijkt vanzelf te gaan, onze aandacht wordt door andere zaken in beslag genomen, we zijn vermoeid of overbelast en we verkeren in een groep. Deze vier factoren zijn kenmerkend, aldus Mens, voor het onderwijs. We hebben een vrij uitputtend beroep (denk aan het hoge percentage burn-out en uitval) en dan is het niet verwonderlijk dat we Systeem 2 laten voor wat het is. We varen dan blind op Systeem 1, ons snelle, energiezuinige systeem; een systeem dat ook nog eens resultaat oplevert. De kans dat we in valkuilen van ons denken trappen is dan groot.
Mens beschrijft zoals gezegd 17 van die valkuilen. Hij koppelt er situaties in de klas aan en laat zo zien hoe reëel ze zijn. De situaties die hij schetst zijn voor elke leraar en schoolleider herkenbaar. Je krijgt daarmee een fiks aantal malen een spiegel voorgehouden. Dit gedeelte vormt de kern van het boek. Mens vraagt je bij het lezen van de uitglijders telkens even pas op de plaats te maken en de beschreven uitglijder te relateren aan je eigen onderwijspraktijk. Dat is confronterend, dat begrijp ik, maar ook leerzaam.
Het boek sluit af met een stappenplan om het uitglijden (mogelijk) te voorkomen. Dit stappenplan zou je, bijvoorbeeld, eenvoudig kunnen toepassen in een leerlingbespreking of bij het zoeken naar een oplossing van een probleem in je schoolorganisatie. We zijn namelijk geneigd om snel een oplossing te bedenken voor een probleem. Dat is iets wat ik herken uit mijn eigen praktijk. Je denkt veel te weten en dus ook te weten hoe je een probleem kunt oplossen. Maar je weet niet wat je niet weet en het kan geen kwaad om rustig en weloverwogen naar een probleem en besluitvormingsproces te kijken en anderen (feedback) hierbij te betrekken. Dit stappenplan zou je overigens ook mooi kunnen toepassen als je school kiest voor een nieuwe methode of methodiek. Deze aanpak doet denken aan wat Daniel Willingham voorstaat in zijn boek Wat we kinderen echt kunnen leren.
Kort en goed. Marald Mens legt op een heel inzichtelijke en informatieve wijze de mogelijke tekortkomingen van ons denken en handelen in het onderwijs bloot en zet je op het spoor om deze mogelijke valkuilen te vermijden. Het is een prettig leesbaar en informatief boek. Verder is Bananenschillen op school een mooie introductie op het vuistdikke boek van Kahneman. Een boek waarover is gezegd dat alle politici het zouden moeten lezen. Ik zou zeggen dat ook leraren dat zouden moeten doen. Nadat ik Mens’ compacte boek heb gelezen, is de aandrang groot om Ons feilbare denken weer eens uit de kast te halen.
Ik las: Mens, M. (2020). Bananenschillen op school. Over uitglijders in je denken. Huizen: Pica.